Vorig jaar was het jaar van de grote reis waar ons hart lang naar snakte... een rondreis door IJsland met onze eigen auto. En als je dan toch langs de Faeroër eilanden komt kun je daar net zo goed even van boord gaan om te ontdekken.
Dag 1 - Op naar Denemarken
Vanuit ons kikkerlandje vertrokken we in de ochtend richting Denemarken om daar de volgende dag op de ferry richting de Faeroër eilanden te stappen. Een echte reisdag dus, niet veel bijzonders om te beleven behalve dan de wel bekende STAU, STAU in Duitsland en het uitgestrekte land van Denemarken dat verdacht veel lijkt op Nederland alleen met 1000x minder auto's op de weg. Laat op de avond komen wij aan in het hotel in Zleep Hotel Aalborg.
Dag 2 - Ferry time!
Na het ontbijt checken we op ons gemak uit bij het hotel om ons richting de ferry de begeven, wat nog zo'n halfuur rijden is. We moesten uiterlijk om half 2 aanwezig zijn bij de ferry om onze auto aan boord te rijden van de Smyril Line, de vaardienst tussen Denemarken - Faroër eilanden - IJsland. Bij aankomst van de ferry verliep alles heel soepel, je krijgt een kaart in welke lijn je moet gaan staan voor het oprijden van de ferry, de kaarten voor de hut worden aan je overhandigt en dan is het wachten geblazen tot je het seintje krijgt dat je naar binnen mag. Na het parkeren van de auto gaan we op zoektocht naar onze binnenhut, droppen onze spullen, verkennen het schip en rond half 4 is de afvaart, nu is het echt zo ver we vertrekken richting de Faroër eilanden. Onderweg komen we langs de kust van Noorwegen die je duidelijk kunt zien tijdens ons diner, waar we een uur te vroeg stonden aangezien ze de tijd aanhouden van de Faroër eilanden, een uur vroeger dan in Nederland, oeps. We relaxen in de avond nog een beetje in een bar/bibliotheek waarna we gaan slapen.
Dag 3 - Aankomst in Tórshavn
Na een goede nachtrust zonder misselijk te worden, de zee was lief voor ons. We begeven ons richting het ontbijt, dit keer wel op de juiste tijd want geleerd van de dag ervoor. Het grootste gedeelte van de dag verblijven we nog op de ferry, rond half 11 in de avond meren we aan in de hoofdstad Tórshavn. Het rekenwonder, in ons reisduo, had berekend aan de hand van de snelheid en kijkend op de kaart dat we rond een bepaalde tijd langs de Shetlandlandeilanden zouden komen. En tadaaaa ongeveer rond de berekende tijd kwamen daar in de verte de eilanden opdoemen. Net als de dag ervoor hangen we een beetje rond in de bar om de komende dagen te plannen en een beetje te relaxen. We komen een stel tegen die met de Landrover club het binnenland van IJsland gaan verkennen, de offroad routes. Wij nemen de gouden cirkel route met onze robuuste Hyundai i10, ze vonden het al heel stoer dat wij het aandurfde om met deze wagen rond te gaan rijden. Overigens kun je veel meer doen op de ferry, er is een kidsclub (het blijf hier ver weg alarm), bioscoop, zwembad en hottubs die je kunt huren voor een bepaalde tijd, livemuziek, bingo en pubquiz. Na het aanmeren moeten we nog 10 hele lange minuten rijden naar Hotel Brandan waar de verblijven tijdens onze paar dagen hier.
Dag 4 - Op zoek naar papegaaiduikers
Na het ontbijt gaan we als echte Freek Vonken op zoek naar de stuntelige, waggelede papegaaiduikers (puffins in het Engels) die in de zomerperiode aan land komen om te broeden. Op de Faroër eilanden staat één specifiek eiland er bekend om dat daar een grote groep van deze leuke wezentjes te zien zijn, genaamd Mykines, hier zijn alle minpunten aan dit eiland: je moet erheen met een boot (dúh, het is een ander eiland), deze gaat 2x per dag dus je kunt er maar een paar uur blijven tegen een aanzienlijk bedrag, niet zo'n bedrag van de veerpont in Nederland, je moet een hikingfee betalen (voor het herstel van de natuur), wat ook niet heel goedkoop is en dan het laatste punt was in ons geval: een groot gedeelte van de hikingpaden was dicht vanwege de renovatie. Laat maar zitten dachten we, maar we hadden een theorie als er veel van deze vogels op dat eiland zitten en ze hebben vleugels dan moeten ze vast ook aan land komen op een specifiek deel van het eiland waar wij nu ook waren, namelijk rond het plaatsje Gásadur. We stappen in onze eigen mini 'Landrover' en crossen door het land dat eruit ziet alsof Bilbo Balings op een adventure gaat, het is er groen, heuvelachtig met rustgevende slingerwegen. Af en toe nemen we even een pauze om al het moois in ons op te nemen.
Inmiddels zijn we aangekomen op onze mogelijke spotlocatie van onze stuntelige vriendjes. We besluiten eerst een stukje naar beneden te lopen richting de waterval, die je in bijna elke brochure kunt vinden over het dorp en ik snap waarom het is gewoon een heel mooi plaatje om te zien, waterval, bijzondere berg en de paar huisjes waar het dorp uit bestaat. Overigens is dit dorp nog niet zo heel lang bereikbaar voor toeristen, dat komt door de tunnel die ze hebben gemaakt richting het dorp. Normaal gesproken moest de postbode over de berg om de post te bezorgen, ik vermoed dat niet heel veel mensen die baan willen hebben in deze tijd met alle pakketjes die er besteld worden. Kijkend naar de waterval komen we een Nederlands gezin tegen die van dezelfde ferry waren gekomen als ons. Ik was schoen twinning met de 10-jarige zoon van het stel, waarvan de moeder iets te kleinen schoenen had gekocht. Ze vroeg welke maat ik had, maar die bleken kleiner te zijn dan die van haar zoon anders hadden we kunnen ruilen. Sorry kid, hopelijk hebben je ouders ergens anders nieuwe schoenen gekocht. We zeggen gedag en lopen nu richting de berg om de vogels te gaan spotten, we zijn niet te enige met dit idee. Plots staat er een pluizenbol met vierpoten en een kwispelende staart voor m'n neus en legt vol trots een steen voor m'n schoenen en kijkt mij smekend aan of ik de steen weg wil gooien, dit doet hij bij elk persoon die voorbij loopt, het is de lokale dorpshond komen we later achter. We hiken nog een stukje verder en dan zien we ineens een paar waggelende vogels door het gras lopen, het zijn er maar een paar, maar missie geslaagd en we kunnen het van onze bucketlist schrappen. We hiken nog een stukje verder in dit gebied en worden achtervolgd door schapen, schapen die hebben ze daar heel veel in alle soorten, maten en kleuren.
In het dorpje hebben ze één heel klein restaurantje we hadden inmiddels trek gekregen, vegetarisch eten kennen ze niet echt dus word het de huisgemaakte worteltaart en filterkoffie voor de koffieverslaafde, moet eerlijk bekennen het was een lekkere worteltaart. Erna besluiten we langzaam terug te gaan richting het hotel. We eten in het hotel-restaurant, wat een beetje aan de chique kant bleek, we lazen dat ze bekend stonden om hun wijnspecialiteit, wellicht had daar een belletje moeten gaan rinkelen. We aten gerechten waarvan ik de naam niet kan uitspreken maar ze smaakte doet dus als je aan mij vraagt wat heb je gegeten dan stuur ik je een foto met als bijschrift 'dit' haha. Na het eten relaxen we nog een beetje op de hotelkamer, in de zomer gaat de zon niet onder, je hebt bijna 20 uur licht, het blijft schemerig ook in de nacht waardoor we toch een beetje uit het normale slaapritme zijn.
Dag 5 - Hiken bij een zwevend meer
Aangezien we maar een paar dagen hebben hier moesten we wat keuzes maken in wat we wilde gaan doen. Tijdens ons ontbijt kwamen we op een hike naar een zwevend meer boven de oceaan, Lake Sørvágsvatn, een unieke ervaring dus besloten wij daarvoor te gaan. We vertrekken richting onze plaats van bestemming, overigens moet je bijna overal een hikingfee betalen, nou ja.. je kunt er in principe gewoon de route lopen maar het is niet zo netjes, met deze fee van een paar euro zorgen ze ervoor dat de paden goed onderhouden worden zodat mensen niet overal maar gaan lopen, het gebied is namelijk ook een belangrijke broedplaats voor vogels en zo zorgen ze ervoor dat de vogels rust hebben en mensen toch kunnen genieten van de natuur.
We betalen de fee en krijgen een kleine uitleg over de route en dat we bovenop de cliffen niet te dicht langs de rand moeten lopen vanwege instortingsgevaar, lijkt mij niet meer dan logisch maar er zijn er genoeg die er maling aan hebben. Vanaf het begin van de route kun je het einde van het zwevende meer al zien en denk je er zo te zijn, dat denk je ja, in werkelijk lijkt er geen einde aan de hike te komen, het is vrij vlak dus prima te doen. Het geeft mij een heel rustig gevoel om hier te lopen, de rust en ruimte is bijzonder.
We komen aan het einde van het meer waarna je de keuze hebt om dezelfde weg weer terug te lopen of je een hoge cliff op kunt via rotsen naar beneden zodat je het water vanuit het meer, doormiddel van een waterval, de oceaan in ziet storten. Je begrijpt wij gingen die hoge cliff op, waanzinnig goed idee met hoogtevrees, bambi-benen en het atletisch vermogen van een steigerhouten plank en wind op standje 'waai uit je verschoning'. Met trillende beentjes stond ik bovenaan de cliff en met hulp van mijn lieftallige wederhelft gingen we de rotsen af om de waterval te bekijken. En ja, het was de klotsende oksels waard, je kon nog dichterbij komen maar dat vond deze avonturier net iets van het goed. We klauteren terug richting de hoofdroute om het gebied te verlaten. We nemen de toeristische route richting het hotel, over hele smalle wegen waarbij één auto kan rijden en met een tegenligger je achteruit moet of als er net plek genoeg ik je spiegel aan spiegel je elkaar kunt passeren. Voor bijna alle tunnels hier op het eiland moet je tol-betalen, maar er is één hele bijzondere tunnel, in deze tunnel heb je een rotonde met verlichting, ja je leest het goed een rotonde in een tunnel. We rijden nog wat rond, eten onderweg iets en gaan weer richting het hotel.
Dag 6 - Op naar IJsland
Vandaag is onze laatste dag hier op de eilanden, rond 16:00 uur moeten we inchecken voor de ferry richting IJsland dus besluiten een beetje in de buurt te blijven van Tórshavn. In de buurt ligt het dorpje Kirkjubøur, hier staat het oudst bewoonde houten huis ter wereld gedateerd uit de elfde eeuw, in dit dorpje wonen maar 80 mensen. Zoals verwacht niet heel groot, bijzonder om wel even gezien te hebben. Vanuit het dorpje kun je nog een stukje wandelen langs cliffen, rond de lunch gaan we weer richting de hoofdstad om de ferry op te rijden. Een kleine rit maar met alle schapen op de weg kan het toch nog wel even duren voordat je weer gearriveerd bent op plaats van bestemming.
We vertoeven weer op de ferry, tot morgen IJsland!